Verstikken

Heimlich greep bij honden en katten

Honden zijn dol op ballen, stokken en knabbelen graag op van alles en nog wat. Hierdoor kan uw huisdier zich te verslikken of dreigt zelfs te stikken in een voorwerp, speelgoed of een brok voedsel.

Tekenen van verstikking?

Bij een dier dat aan het stikken is wordt het slijmvlies snel blauw (onderzoek goed het tandvlees en de tong). Ook zal hij heftig op zijn neus met de voorpoot wrijven om zelf te proberen het voorwerp te verwijderen. Aangezien geen lucht meer door de luchtpijp komt, zal het dier in het algemeen geen geluid maken en ook niet hoesten.

Hoe ga je te werk als je hond of kat aan het stikken is?

Allereerst is het belangrijk om het dier in alle rust te benaderen. Onrust of paniek slaat vaak over op het dier en dit moet vermeden worden. Open dan zijn bek en probeer zo snel mogelijk met je hand het voorwerp uit de luchtweg te verwijderen. Pas wel op dat hij je niet bijt. Indien dit niet lukt, moet de Heimlich greep toegepast worden.

In het geval van een kleine hond of een kat die men dragen kan: til het dier eerst ondersteboven op met zijn rug tegen je borst. Duw dan met je in een vuist samengeknepen handen in de buikholte, net onder de onderste rib. Geef vervolgens met beide handen een aantal keer een korte en krachtige duw vanuit de buikholte naar de rug en de kop van het dier. Herhaal deze greep vijfmaal. Voel dan met je vingers of het voorwerp tevoorschijn komt in de bek of de keel.

Lukt het nog niet, dan kun je gebruikmaken van de zwaartekracht door je huisdier met het hoofd naar beneden te houden en hem bij de heupen vast te houden. Mocht dit niet baten, dan kun je hem nog vijf klappen geven met de hiel van je hand tussen zijn schouderbladen.

In het geval van een grote of dikke hond die niet gedragen kan worden: ga staan of knielen achter de hond (staand of zittend) en plaats je handen op beide flanken en vlecht ze samen onder het dier. Geef vervolgens een krachtig duw met de aan elkaar gevlochten handen vanuit de buikholte naar de rug en het hoofd van het dier. Herhaal deze procedure vijf keer achter elkaar.

Onderzoek hierna zijn bek om te kijken of het vastzittende voorwerp uitgespuugd is. Indien dit niet het geval is, dan moet het dier bij zijn achterpoten opgetild worden zodat zijn hoofd lager ligt dan de rest van zijn lichaam (zoals een kruiwagen). Als het voorwerp nog steeds niet is uitgespuugd, dan kun je hem vijf klappen met de hiel van je hand geven tussen zijn schouderbladen.

Zolang het voorwerp niet is verwijderd, moet je deze drie technieken beurtelings blijven toepassen : de greep van Heimlich,  de zwaartekracht methode en de klappen op de rug. Als het dier na het verwijderen van het voorwerp buiten bewustzijn is, moet je hem reanimeren met behulp van 5 mond op mond beademingen gevolgd door 5 buikstoten (de zogenaamde Heimlich grepen) enz.