Operaties

Castratie bij konijnen

Castratie van de voedster

Castratie of sterilisatie?

In de volksmond wordt de term ‘sterilisatie’ gebruikt als het gaat om het castreren van vrouwelijke dieren. Dit is niet juist. Bij een sterilisatie worden alleen de eileiders onderbonden en zou het volledige geslachtsstelsel gewoon in het konijn aanwezig blijven. Bij konijnen castreren we, dus zowel de eierstokken als de baarmoeder worden verwijderd om in de toekomst veel problemen te voorkomen.

Waarom zou je een voedster castreren?

Daar zijn een paar redenen voor te noemen:

Ten eerste hebben ongecastreerde voedsters een grote kans (80%!) om op latere leeftijd ( > 5 jaar) baarmoederkanker te krijgen. Dit is kwaadaardig en meestal al uitgezaaid op het moment dat het ontdekt wordt. Dan is er helaas niets meer aan te doen. Door de baarmoeder op jonge leeftijd al te verwijderen, kun je dit voorkomen.

Ten tweede zijn ongecastreerde voedsters vaak (tot tien keer per jaar) schijndrachtig. Onder invloed van hun hormonen bouwen ze dan een nestje en verdedigen dat tegen indringers. Ook als er geen jongen zijn. Ze kunnen dan behoorlijk agressief worden tegen hokgenoten, maar ook tegen hun eigen verzorgers. Geen gezellige huis-/hokgenote dus. Dit is niet alleen vervelend voor de medebewoners, maar ook best zielig voor de voedster zelf; ze hebben er stress van en ze zitten niet lekker in hun vel. Dit is onnodig, want ze hebben geen jongen. Door de eierstokken te verwijderen produceert de voedster geen geslachtshormonen meer en wordt ze niet meer schijndrachtig. Ze krijgt over het algemeen een evenwichtiger en liever karakter, voor zowel haar hokgenoten als haar verzorgers.

Tot slot is het goed om een voedster te castreren om ongewenste dracht te voorkomen. Een konijn is een sociaal dier en moet niet alléén gehouden worden. Let op:  konijnen zijn zeer vruchtbaar en om te voorkomen dat een koppeltje konijnen zich in zeer rap tempo vermenigvuldigt, is het raadzaam om ze beiden te castreren.

Vanaf welke leeftijd kan een voedster gecastreerd worden?

We raden aan vanaf een leeftijd van ongeveer vijf tot zes maanden. Dwergrassen vanaf een lichaamsgewicht van minimaal 1 kilo.

Voorbereiding op de operatie

Konijnen mogen nooit vasten vóór een operatie. We raden aan om de voedster samen met haar hokgenoot te brengen, dan is ze meer op haar gemak en gaat ze rustiger (de narcose) de operatie in (zie foto 1: Fluffy en haar vriendje). Ook vragen we de eigenaar om wat van het eigen voer mee te nemen, zodat ze ná de operatie weer snel kan gaan eten. Vóór de operatie wordt de voedster gewogen (foto 2) en nagekeken: hart, longen en slijmvliezen worden gecontroleerd, om zo het risico van de narcose in te kunnen schatten.

 

Narcose

Aan de hand van de conditie van de voedster wordt de narcose bepaald; in het geval van Fluffy (jong, gezond en geen risicofactoren) is gekozen voor eerst een injectie met een combinatie van kortwerkende narcosemiddelen onder de huid (foto 3), later gevolgd door gasnarcose. Nadat ze het prikje gehad heeft, wordt ze terug gezet bij haar vriendje in een rustige omgeving, zodat ze in alle rust weg kan zakken. Zodra Fluffy slaapt, knippert ze niet meer met de ogen. Die worden daarom gedruppeld met kunsttranen, om te voorkomen dat ze uitdrogen (foto 4). Al vóór de operatie krijgt ze een pijnstiller toegediend (foto 5).

  

Vervolgens wordt Fluffy aangesloten op de zuurstof- en gasnarcose apparatuur. Wij maken op de praktijk gebruik van V-gel larynxmaskers, deze zijn speciaal ontwikkeld voor de konijnen. Dit betekent dat we afhankelijk van de grootte van het konijn een andere maat van het larynxmasker nodig hebben (foto 6 en 7); die passen in de keel precies op de opening van de luchtpijp en irriteren veel minder dan de voorheen gebruikte trachea-tubes. Zodra ze aangesloten is op de apparatuur, gaat de assistente verder met de voorbereiding: warmtematje of kruik, scheren, wassen en ontsmetten (foto 8). Steriele doek erover en ze is klaar voor de operatie (foto 9)!

 
 

De operatie

De huid van de buik wordt in het midden, vlak vóór het bekken ingesneden. Deze snede is, afhankelijk van de grootte van het konijn, gemiddeld 2-3 cm lang (foto 10). Vervolgens wordt de buikwand voorzichtig tussen de buikspieren opengeknipt (foto 11). Direct daaronder liggen de darmen, die mogen hierbij natuurlijk niet beschadigd worden.

 

De baarmoeder wordt (voorzichtig!) naar buiten gebracht. Op foto 12 is goed te zien hoe het geslachtsstelsel van een voedster in elkaar zit: twee ovaria (eierstokken) zijn via eileiders verbonden met twee uterus (baarmoeder) hoornen, die uitmonden in een dubbele cervix (baarmoedermond). De baarmoeder kan enorm uitrekken, op die manier kan een voedster tot wel 12 jongen tegelijk in de baarmoeder dragen. En hoewel de baarmoeder sterk en elastisch is, zijn de ophangbanden en bloedvaten bij konijnen erg broos, en moet er zeer voorzichtig gewerkt worden. De bloedvaten naar de eierstokken worden afgebonden met oplosbaar hechtmateriaal (foto 13). Zodra alles afgebonden is, worden de eierstokken en baarmoeder verwijderd (foto14).

  

De buikspieren worden gehecht (foto 15). De onderhuid en huid worden intradermaal gehecht, dat wil zeggen ín de huid. Op die manier zit er nauwelijks tot geen hechtdraad aan de buitenzijde, en heeft Fluffy daar geen last van (foto 16).

 

De nazorg

Fluffy had vóór de operatie al een pijnstiller gehad. Ná de operatie krijgt ze nog wat vocht onderhuids toegediend (foto 17). Ze hoeft dan de eerste uren niet per se te drinken. Ook krijgt ze een antistof tegen de narcose, zodat ze snel weer wakker wordt. Zoals je ziet geven we geen antibiotica bij deze operatie. Dat is niet nodig, als je netjes en schoon werkt. Fluffy mag verder bijkomen tussen de dekens in de verwarmde zuurstofkooi (foto 18). Zodra ze weer een beetje bij kennis is, mag haar vriendje er ook weer bij. En nog wat later mag ze ook weer eten. Indien nodig krijgt ze nog een middel om de maagdarmbewegingen te stimuleren. Als ze goed wakker is, en ze heeft weer wat gegeten, mag ze mee naar huis. We geven standaard nog een aantal dagen pijnstilling mee, en willen graag na een week zelf even de wond zien. Deze controle zit bij de operatie inbegrepen.

 

Belangrijk!

Voor het slagen van deze ingreep zijn een paar dingen echt belangrijk. Om te beginnen ervaring: wij doen deze operatie op de praktijk zeer vaak en hebben er dus veel ervaring mee. Dat is belangrijk, want het is echt lastiger dan bij een hond of kat. Ook de narcose van konijnen is precisiewerk. Door de larynxmaskers kunnen we de gasnarcose en zuurstoftoediening perfect afstemmen op de behoefte van het individuele konijn. En last but not least: de peri-operatieve zorg. Oftewel de zorg rondóm de operatie: zo stressvrij mogelijk, warmte, zuurstof, pijnstilling, toezicht houden…. We behandelen elk konijn in de praktijk precies zoals we onze eigen konijnen zouden behandelen: professioneel en met liefde! En daarom is het slagingspercentage van deze ingreep bij ons zéér hoog.   

Terug naar Medisch